zondag 14 september 2014

Geocachen - de kracht van het niet vinden

Wat is het toch, dat wanneer je een geocache niet kan vinden, dit zo'n ontzettende kater geeft. En wat neem ik daaruit mee over mijn persoonlijke mentale mechanismes?

Laatst hebben we een geocache gelopen, met de spannende naam 'inundatiemars-de-vaandrig'. Het weer werd in deze week weer wat beter en we zijn met onze auto vanuit de Utrechtse heuvelrug naar Culemborg gereden. Dat het nog een interessante cachespeurtocht zo gaan worden merkten we al met het parkeren van de auto. Al rijdend zagen we een parkeerwaypoint, maar we parkeerden de auto op een totaal andere plek. En dat begin je pas echt te beseffen wanneer je extra moet lopen. 

En ik weet niet of dit in andere teams speelt, dan komt er een onderhuidse discussie los met mijn partner waarom we de auto nu daar hebben geplaatst, en vooral, wie zijn schuld dat nu is. Bij ons heerst er een bijna onoplosbare relatiedemon, we willen het niet voor elkaar onder doen, het gaat om winnen. En we hebben een volle waypoint gebruikt om dit eerst eens goed uit te kibbelen. Ik vraag me af of dit ook vaak in andere teams speelt. Met enig humor kun je daarop terugkijken, maar de lucht is dan geklaard en gaan we vrolijk verder.

De cachewandeling is leuk uitgewerkt. De waypoints zijn bekent, en er is een bijlage waarin de route met een beschrijving uit het dagboek van kapitein Zuurendonk is toegelicht, met een verhaal over een terugtocht na de inval van de Duisters in de tweede wereld oorlog. MMMhh, een terugtrekking. Dat is weer eens wat anders, meestal leven we met heldendaden, overwinningen, grootste veldslagen en winst. Mijn 'ik wil altijd winnen' brein krimpt even inéén. 


De geocache loopt in het begin over smalle asfaltwegen. We zoeken aanwijzingen bij ieder waypoint. Met deze aanwijzingen kun je aan het einde de cachelocatie vinden. Het is cruciaal deze te vinden, want anders loop je de hele route voor niets, althans, zonder de cache gevonden te hebben. 


In de loop van de tocht loop je langs een oud fort, met sluizen die waterwegen beschutten voor het mogelijk in kunnen zetten van de waterlinie, wat ook daadwerkelijk is gedaan in de tweede wereldoorlog. De sluizen en de waterlinie werden verdedigt, en er zijn diverse bunkers en verdedigingswerken uit die tijd te vinden. Een deel van de verdedigingswerken zijn weer opgeknapt (Werk aan het Spoel) en deze zijn te bezoeken.

Onderweg is er veel natuurschoon te zien, voor liefhebbers van flora en fauna is deze tocht een goede keus. We hebben veel soorten vogels gespot, dat zal natuurlijk ook afhankelijk zijn van het seizoen.

Het tweede deel van de tocht loopt over de uiterwaarden bij Culemborg. Dit is een mooi en rauw grasgebied, met veel planten en struiken, en toen wij er liepen, waren er ook loslopende koeien. Vlakbij is een voetpontje, je ziet ook veel wandelaars en fietsers.

Aan het einde van het gebied loop je weer richting de dijk, en wat opvalt zijn fruitbomen en bloeiende struiken om en tegen de dijk. Dat geeft, vooral zomers, leuke plaatjes om te fotograferen. We vragen ons af of de appels wel geoogst worden, ze hangen er nog ongeplukt bij en het lijkt wat verwilderd. We neigen appels mee te nemen, maar we willen als geocachers geen verstoring geven op het spel.

Aan het einde hebben we alle 'aanwijzingen' verzameld. De vraag is nu om een peiling te doen vanuit een bepaalde plek. De peiling (afstand en graden) geeft de positie van de cache. Alle aanwijzingen hebben we gevonden, dat is niet het probleem. Eerder hebben we ook peilingen gedaan, en mijn iphone heeft een mooi kompas, en de afstand schatten we lopend in (elke stap is ongeveer een meter) of we gebruiken de app runkeeper om de afstand te meten.
Echter, dat ging hier niet op. De rechte lijn vanuit het punt loopt over een stuk water, dus over de peilingslijn lopen en de meters in de gaten houden lukt niet. Het inschatten van de afstand is nu lastig, en daarbij loopt er ook een dijk tussendoor. Je ziet dus niet het referentiepunt en het einddoel in één rechte lijn.

Tja, dat wordt dan gokken. En we gokken steeds mis. Elke keer probeer je een houvast te creëren. Grappig hoe dit mentaal werkt. We probeerde terug te peilen, we hadden x graden, dus vanaf het eindpunt is het x-180 graden naar het referentiepunt. Helaas dat gaat niet werken, want bij de eindlocatie is het referentiepunt niet zichtbaar. Dan ga je kijken naar bijzondere plekken, plaatsen waar caches vaak verstopt zijn.


Je stelt jezelf de vraag: 'Waar zou ik zelf de cache hebben verstopt.' Maar daar zijn heel veel mogelijkheden voor, dat ging niet lukken. Je probeert aanwijzingen te zoeken in de logs van anderen, daar blijkt wel wat in te vinden, maar het is niet genoeg om de cache op te sporen. Later, weer thuis, hebben we overigens een handige gratis app 'degtance' gevonden waarmee je op een kaart een eenvoudige peiling kan doen, die staat nu op onze iphone.


Net als kapitein Zuurdendonk moeten we capituleren en ons terugtrekken. Mijn ik-wil-winnen-brein wordt hevig op de proef gesteld. Het jammert en klaagt, en zelfs op onze terugtocht vlammen er nog wat ideeën naar boven, zou het niet dat... En we gaan nog twee keer even in de aanval. Maar dan moeten we nederig zeggen, we zijn verslagen. We moeten ons terugtrekken. Misschien moeten we onze winners-brein onder water zetten, zodat de vijand 'niet winnen' ons niet overspoelt. Dan komen er van de verzachtende gedachten 'misschien is de cache geript', 'hadden we maar een goede app dan was het wel gelukt', 'op die en die plek kan het niet liggen'  (lees: het ligt toch niet aan ons, of wel soms).

De kracht van het niet vinden leert ons veel. We zijn in onze hersens bedraad om geen pijn te willen voelen, en dan gaat het niet alleen om het niet voelen van fysieke pijn, maar ook van mentale pijn (grappig is dat ik pas heb gelezen dat paracetamol ook mentale pijn enigszins blijkt te verzachten, onze hersenen maken op het meest basale verwerkingsniveau geen onderscheid tussen fysieke en mentale pijn). 

Het niet kunnen vinden van een cache geeft een mentale steek. Het frustreert dat we ´verslagen´ zijn en niet hebben gewonnen. En onze mentale motor probeert op allerlei manieren de pijn van de frustratie te beschermen, de ervaring te verzachten en de werkelijkheid te herkleuren. Dat doet het op een hele vernuftige bijna automatische manier: het wil betekenis geven aan het verlies dat we niet willen voelen, 'aaargh' wordt 'och'. De betekenis die ik er aan geef is meestal: Ik baal ervan dat we de cache niet hebben gevonden, maakt de juichstemming bij het wel vinden van de volgende cache alleen maar groter. Tja!

Eén ding was wel jammer, onze volgende cache heb ik ook niet gevonden, maar dat is een ander verhaal...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten