maandag 27 april 2015

Als een giraf in een kudde schapen...

De sport van geocaching is ongezien een cache te vinden, te loggen en weer neer te leggen. Omdat veel geocaches in natuurgebieden liggen, kun je ongezien de geocache pakken. Maar wat als een geocache in een drukke straat ligt, of in een druk café, zoals we laatst hadden?

Het loggen van een geocache is toch de kers op de taart. Geocaches op plaatsen waar veel mensen komen worden niet altijd gewaardeerd. Want de kans bestaat dat je niet kan loggen, omdat het onmogelijk lijkt de cache ongezien te pakken. Uren puzzelen, een heel eind lopen, of een geocache die niet in de buurt van je woonplaats ligt, juist die geocaches wil je graag opnemen in de 'found' lijst. Dus ik vind het liefst caches waar niet veel dreuzels rondlopen

Ikzelf hou er niet van, zoeken naar 'voortuin' caches. Ik voel me op een één of andere manier altijd bespied. Misschien wel omdat ik een 'verstop spel' speel, waarbij ik heimelijk kinderlijke genoegens aan beleef. Ik voel me betrapt als ik een geocache tevoorschijn haal, en tegelijkertijd door een wildvreemd iemand, die onverwacht tevoorschijn komt, doodleuk 'goedemiddag' wordt toegewenst, vaak met zo'n blik 'daar heb je er weer één'.

Het loggen van een geocache is wat mij betreft slechts ėėn kant van het spelletje. Een andere kant is het oplossen van de puzzel, er moet wel een uitdaging in zitten. Ik vind het bijvoorbeeld niet leuk om simpelweg naar een cache te lopen en te loggen. Het gaat ook om het innerlijk mentale spel en de energie die je in de puzzel moet stoppen. Hoort daar dan ook niet het ongezien loggen van een geocache bij? Is dat niet een onmiskenbaar onderdeel van het spel?

Elke keer zou ik me eigenlijkk onzichtbaar willen maken, lijkt me erg handig. Maar hoe zorg je dan dat je ongezien wordt?. Misschien moet ik beter naar militairen kijken. Militairen zijn expert in het camoufleren.. Militairen gebruiken kleding met speciale kleuren die zorgen dat zij ongezien in het veld kunnen bewegen. Het is een nabootsing van camouflagekleuren zoals dieren plegen te doen:


Maar zodra de dieren bewegen, worden ze plots zichtbaar. Ik geloof dat het te maken met hoe onze ogen en hersenen geprepareerd zijn voor gevaar. Bij direct gevaar is er geen tijd om rationeel te analyseren wat er aan de hand is. Dan is het belangrijk om direct te reageren.


In de retina van het oog zitten zenuwcellen die licht opvangen. Dit zijn de bekende staafjes en kegeltjes. Een zenuwcel reageert op een lichtpuntje. Wanneer er licht op de cel valt, geeft de cel een stroompje naar de hersenen, waar het tot een beeld wordt verwerkt. Het oog neemt echter naast het licht ook nog iets anders waar. De neuronen die het licht opvangen zijn aan de achterkant zo bedraad, dat ze zonder tussenkomst van hersenen de beweging kunnen detecteren. Ze reageren dus niet op herkenbare objecten, maar direct op beweging zelf, dus nog voordat je herkent wat het bewegende object is.

Het werkt op twee manieren goed. Stil zitten in camouflage maakt je onzichtbaar. Maar ook andersom, Als we snel beweging detecteren, nemen we misschien op tijd waar dat een wild beest je wil bespringen. Je ogen zien het al nog voordat de hersenen het kunnen verwerken, en je lichaam reageert vaak met een schrik reactie, vluchten, freezen of vechten.

Het kikkertje hiernaast konden we pas vangen toen hij opviel toen hij begon te springen. Dus het werkt ook de andere kant op. Door bewegingsdetectie kun je ook een prooi vinden (we hebben het kleine kikkertje natuurlijk weer laten gaan).

Dit amateur filmpje over een camouflagepak illustreert mooi hoe beweging opvalt, ondanks een camouflagepak.



Maar ja, als geocacher moet je natuurlijk bewegen, anders komt er niets van terecht. De geocache komt niet naar je toe. Dus hier heb ik niet veel aan.

Nu ga ik als geocacher geen camouflagepak aantrekken. En in een drukke winkelstraat heeft dat al helemaal geen zin. Ik kan me hooguit niet opzichtig kleden. Maar, niet opvallen in een menigte is voor mij best lastig. Ik ben vrij lang, boven de twee meter. Ik toren ver boven de menigte uit. Alsof een giraf tussen een kudde schapen loopt. Dus dat gaat niet echt werken, dat valt altijd op.

Maar, ik kan wel parallellen trekken met camoufleren. Ook sociaal gedrag camoufleert. Je ziet het in de stad in een grote winkelstraat, je ziet honderden mensen lopen, maar niemand valt op.

Het werkt zo dat het waarnemingssysteem adaptief is, en zich aanpast. Dat zie je wanneer je van een rustige buurt opeens in een drukke winkelstraat staat, de verandering van omgeving trekt je aandacht in eerste instantie. Maar al heel snel, als je gewent bent aan de mensen massa, valt de massa niet meer op. Net als het patroon van de luipaard word je één van de vlekjes.

Misschien kan ik iets leren van een flashmob. Een flashmob is een heel speciale variant van camouflage en anti-camouflage waarop je eerst onopvallend in de menigte bent, en daarna juist door afwijkend gedrag, je zelf zichtbaar maakt en de aandacht trekt. Je ziet dan ook op een mooie manier de reactie van de omgeving, eerst ongeloof (waarneming van de verandering, vaak een freeze met verbazing), daarna een aangepast gedrag op de veranderde werkelijkheid (bijv. onrspannen en geamuseerd kijken en filmen wat er gebeurt).


Wat belangrijk is het begin. Iedereen is ontspannen aanwezig, alsof je als natuurlijk op de plek moet zijn. Meestal zie je vooral een onspannen menigte, bijvoorbeeld op een station alsof het reizigers zijn die staan te wachten. Of op een plein een menigte die iets met elkaar bespreken en alle tijd van de dag hebben.

Ik kijk soms naar het televisieprogramma 'wie is de mol'. Ook hier wordt een camouflage spel gespeeld: de mol moet zo onopvallend mogelijk het spelersteam saboteren. In dit spel  weten we zeker dat er een mol is en toch is het voor mij moeilijk de mol met zekerheid te traceren. Juist iemand die zich niet verdacht gedraagt.

Ik probeer dat toe te passen op drukke plaatsen. Pas geleden vonden we een cache die in een grote kroeg verstopt lag. De kroeg was helemaal vol met mensen. Maar gek genoeg, door heel rustig de cache te pakken, te doen alsof je gewoon een gast bent en zonder blikken en blozen de cache logt, vielen we niet op.

Iets soortgelijk hadden we afgelopen maand bij een letterbox cache. De container hing aan een paal, een knalrode grote brievenbus, langs en kruising. Alleen al door hem rood en groot te maken was hij gecamoufleert. Het leek een ding die daar hoorde. Overal auto's, fietsers, wandelende passanten, iedereen liep er langs. We zijn erop afgestapt, zijn er pal voor gaan staan, hebben het slot rustig open gemaakt, de cache gelogd, en het slot weer dichtgemaakt, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Geen haan die er naar kraaide. De wereld draait gewoon door.

Het lastigste vind ik het eigenlijk nog als er juist geen andere mensen zijn, Je komt in een straat waar het stil is, geen kip te bekennen. En als er veel huizen zijn, dan weet je ook niet of er iemand kijkt. Je kunt niet opgaan in de menigte, en je valt standaard al op omdat je vreemd volk bent. Interessante puzzel, hoe moet je die situatie nu in hemelsnaam benaderen. Voor mij nog een onopgeloste puzzel: Alles lijkt stil te staan, huizen, bomen, wegen, geparkeerde auto's. En ik kom met een gps in de hand als ėén van de weinige mensen aangewandeld en moet de stash gaan traceren. Hoe maak je je hier nu onzichtbaar. Wie het weet, mag het zeggen. Een uitdaging is het in ieder geval wel...

Geocaching, voer voor psychologen...

Johan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten